Financiering

Gemeentefinanciering

In 2024 hadden wij voorlopig rekening gehouden met een financieringsbehoefte van € 30 miljoen. In werkelijkheid hebben wij ook in 2024 geen nieuwe lange leningen aangetrokken.

De belangrijkste oorzaken voor deze lagere behoefte zijn:

  • Er zijn diverse grotere vooruit ontvangen (subsidie)gelden binnen gekomen, waaronder de nieuwe regiodeal waar de gemeente de kassiersfunctie voor vervult. Deze gelden zijn nog niet besteed, en worden nu niet tot de exploitatie gerekend.
  • Er is behoorlijk meer geld via de Algemene Uitkering ontvangen dan begroot, dit is grotendeels via een begrotingswijziging reeds naar de AR geboekt.
  • Investeringsuitgaven bleven marginaal achter bij wat initieel begroot was.
  • Geraamde uitgaven van het grondbedrijf bleven meer achter dan dat de inkomsten achter bleven.  
  • In het sociaal domein waren vooral de lagere besteding op WMO en aan de andere kant fors meer uitgaven voor de jeugdzorg
  • Daarnaast zijn er in het sociaal domein meer inkomsten dan uitgaven voor de opvang Oekraïners in 2024, (grotendeels via een begrotingswijziging naar het AOF overgeboekt) redenen voor deze ontwikkeling.
  • In de exploitatie waren meerdere tegenvallers maar ook diverse meevallers per saldo iets gunstiger voor de financieringsbehoefte.

Om de totale schuldontwikkeling te beschouwen moeten we de liquide middelen, de opgenomen korte leningen en de lange leningen en de middelen in Rijks Schatkist bij elkaar nemen en afzetten tegen de stand begin 2024. Hieruit blijkt dat de totale schuld met circa € 22 miljoen is afgenomen.

Mutaties leningenportefeuille

Begroting 2024

Rekening 2024

Bedragen (x € 1 mln)

Gemiddelde rente

Bedragen (x € 1 mln)

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari

333,7

1,40%

333,7

1,40%

Nieuwe leningen

30,0

3,50%

0,0

0,00%

Reguliere aflossingen

-45,0

1,06%

-45,0

1,06%

Vervroegde aflossingen

0,0

0,0

Renteherzieningen

0,0

0,0

Stand per 31 december

318,7

1,65%

288,6

1,45%

We zien een behoorlijke afname van onze lange schulden. In de begroting hielden wij rekening met een marginaal dalende lange schuld. De liquiditeitspositie ontwikkelde zich dusdanig positief dat er geen nieuwe lange leningen nodig waren. De belangrijkste redenen voor deze afwijking staan hier boven genoemd. De gemiddelde rente is per eind 2024 licht opgelopen ten opzichte van begin 2024 maar minder hard dan bij de begroting verwacht.

Leningen kunnen een zogenaamde marktwaarde krijgen, doordat de rente in de markt steeds verschillend is. De marktwaarde ontstaat als de actuele rente afwijkt van de rente van een langlopende lening die we eerder hebben afgesloten. Is de actuele marktrente lager dan heeft de lening voor ons een negatieve marktwaarde, is de marktrente hoger dan heeft de lening voor ons een positieve marktwaarde. De marktwaarde berekenen we als volgt. We trekken de rente van de 'oude' lening af van de actuele rente. Het verschil ‘vermenigvuldigen’ we met de hoofdsom van de lening. De uitkomst daarvan vermenigvuldigen we met de resterende looptijd van de lening. Op het eind van de looptijd van de lening is de resterende looptijd nul. Er is dan dus geen verschil meer en de marktwaarde is dan dus nul.

Nu de rente in 2024 licht dalend is geweest, zien we een lichte toename van de verschillen tussen de actuele rente en de rente waartegen de leningen in het verleden zijn afgesloten. We hebben over onze totale financieringspositie een berekening gemaakt van het verschil bij de contractuele rente en de huidige marktrente. Daar komt een negatieve marktwaarde van € 1,2 miljoen uit per 31 december 2024. Voor de reguliere leningen met een vaste rente is de positieve marktwaarde € 6,8 miljoen, voor leningen met een rente-instrument is dat € 8,0 miljoen negatief.

Deze pagina is gebouwd op 06/26/2025 15:20:54 met de export van 06/26/2025 15:01:07