Programmaverantwoording

Leefomgeving

1.1 stadmaken op de Veluwe
De slagkracht en het tempo dat wordt bereikt door met een vast programmateam samen te werken en samen te komen in een gereserveerde fysieke ruimte heeft zich bewezen en bewijst zich nog elke dag. Dit is een positief geleerde les.

In gebiedsontwikkelingen worden voortdurend lessen geleerd uit gebeurtenissen buiten onze invloedsfeer. De veruit belangrijkste les die geleerd is, is om mee te bewegen met- en te anticiperen op de steeds sneller veranderende wereld om ons heen. Zo zien wij ten aanzien van wet- en regelgeving de Omgevingswet invloed uitoefenen op ons werk waarbij het soms nog zoeken is naar antwoorden. Wij zien een steeds mondiger wordende samenleving ontstaan wat maakt dat participatie een steeds groter deel uitmaakt van planvorming. Wij zien een toename in capaciteitstekorten bij adviesbureaus waar we mee samenwerken en in onze eigen organisatie wordt het ook steeds lastiger om projectteams te vormen. Tot slot vraag het rondkrijgen van een businesscase, om tot realisatie te komen, toenemende creativiteit in het meedenken met de ontwikkelaar om daarmee recht te doen aan de vraag naar betaalbare woningen.

2.1 Programma Energietransitie:
Algemeen

  • Koers houden in een bewegend speelveld

Ontwikkelingen volgen elkaar nog steeds razendsnel op. Het vraagt om flexibiliteit en wendbaarheid om hierop in te spelen, maar ook om koers te houden in dit bewegend speelveld. Daarbij blijven we een lerende organisatie. We delen onze inzichten en ervaringen met de samenleving.

  • Strategische personeelsinzet

Capaciteit is lastig te werven en te behouden voor de vraagstukken die zich voordoen. Het vraagt om een gezamenlijke inspanning van ons als organisatie en een goede afweging in het vraagstuk inhuur/vast en de plaatsing in de organisatie onder de juiste randvoorwaarden.

  • Te optimistisch in de het programmaplan Energietransitie 2023-2030

In het programmaplan Energietransitie 2023-2030 zijn we te optimistisch geweest over de realisatie van activiteiten. We waren in de veronderstelling dat we sneller konden opschalen. Echter, in de praktijk leren we nog van elk project en komen we tot nieuwe inzichten. Daarnaast hadden we erop gerekend dat wet- en regelgeving, zoals de WIGW en WCW, eerder van kracht zouden zijn. De beperkte beschikbare capaciteit helpt ook niet mee. Dit betekent dat we nog aan het experimenteren en het leren zijn en daarmee bezig zijn in het bouwen van het fundament voordat opschaling plaats kan vinden.
Besparen en zelf opwekken

  • Het vraagt tijd om doelgroepen te bereiken, daarom kiezen we ervoor om dit gefaseerd aan te pakken. Door hier meer focus in aan te brengen, kunnen we hierin bij de gekozen groepen versnellen. Bijv. bij VvE’s.
  • Het is efficiënter in de organisatie en duidelijker in de communicatie om één Energiepunt te hebben voor inwoners en ondernemers met elk een eigen aanbod.

Warmtetransitie
De Parken, Loenen en de Maten

  • Rolduidelijkheid in de samenwerking

Rolduidelijkheid is een randvoorwaarde voor goede samenwerking en duidelijke procesgang. Als denkpaden tussen gemeente en een bewonersinitiatief in de wijk over de eindoplossing uiteenlopen, is het belangrijk dat dit tijdig gespreksonderwerp wordt. Als, ondanks de dialoog, zienswijzen uiteen blijven lopen, is er een keuze om de wegen te scheiden. Wijkaanpak is spoor 2 van de Transitievisie Warmte en is gericht op de eindoplossing voor de overstap naar duurzame warmte. Enkel een aanpak op besparen is spoor 1 van de Transitievisie en dat verzorgen we via het Energiepunt.

  • Wijkaanpak is een aanpak op drie lagen

In De Maten doen we volop ervaring op in de wijkaanpak. Die bestaat uit drie lagen: 1) keuze op de eindoplossing(en), 2) transitie klaarmaken van de wijk (besparen/verduurzamen) en 3) bewonersinitiatieven ondersteunen in het bereiken van doelen op laag 1 en 2. Transitieklaar maken van de wijk ontwikkelt zich als een nauwe samenwerking met spoor 1 van de Transitievisie Warmte verzorgd door het Energiepunt. Transitie klaar maken leert ook dat we dan doordingen in de haarvaten van de wijk om bewoners te bereiken. Dit zorgt voor efficiëntie en consistentie in de aanpak en herkenbaarheid naar bewoners en stakeholders.

  • Meedenkgroep

De meedenkgroep is een participatievorm die prima past bij het laag 1 keuze voor de eindoplossing. Alle adressen in de wijk ontvangen een uitnodiging om deel te nemen aan een groep van bijvoorbeeld 50 bewoners die met de gemeente mee willen gaan in het uitzoeken van de weg naar de eindoplossing. Deze groep wordt na ontvangst van de aanmelding zorgvuldig samengesteld met daarin een balans van kopers, huurders en andere doelgroepen, jong & oud, man/vrouw/non-binair, culturele minderheden. In deze groep investeren we door mensen met kennissessies te informeren wat ze nodig hebben om mee te denken in het zoeken naar de oplossingen en keuzes voor de wijkaanpak, alvorens we ze inhoudelijk betrekken bij fase 3 (strategieën identificeren) en 4 (keuzes maken) van het onze procesaanpak volgens het Wijkkompas
Kerschoten

  • Haalbaarheidsstudie warmterotonde

De haalbaarheidsstudie naar de warmterotonde heeft aangetoond dat het mogelijk is, middels dit nu nog conceptuele ontwerp, een grote ringleiding in de stad aan te leggen waarop buurtwarmtenetten worden aangelegd. De studie heeft aangetoond dat dit duurzaam, robuust en technisch en financieel haalbaar is. De potentie van het effluent van de RWZI als warmtebron is groot (voor 40 tot 50.000 aansluitingen) en daarmee een bron die voor de toekomst als oplossingsrichting wordt meegenomen om in de warmtevraag van de stad te voorzien.
Integraal energiesysteem

  • Energiesysteem van de Toekomst vraagt om aanpassing meet- en rekenmethode

De rekenmethode en uitgangspunten uit 2016 zijn niet mee-veranderd met de ontwikkelingen in de energietransitie. Dat vraagt om een aantal andere uitgangspunten voor het rekenen aan de ambitie en meten van resultaten. Dankzij een aantal nieuwe berekeningen weten we beter welke duurzame bronnen we nodig hebben. Denk aan het aantal zonnepanelen, zonnevelden, en geothermiebronnen.

  • Zorgvuldige participatie leidt tot lager aandeel zon opwek

Het doorlopen van een participatieproces brengt o.a. het samen optrekken met bewoners en ondernemers en het bouwen aan vertrouwen. Er zijn ook gevolgen. De ambitie voor zon op land zoals vastgesteld in de RES 1.0 en de Omgevingsvisie voor Beemte Broekland wordt niet volledig gerealiseerd.

2.3 Het opnieuw gebruiken van grondstoffen en het borgen van een gezonde fysieke leefomgeving
Het blijkt dat de PMD stroom erg bepalend is voor het financiële resultaat. Het is dus erg belangrijk om hierop richting onze inwoners blijvend te communiceren. Daarnaast blijkt dat we weinig tot geen grip hebben op de werkwijze van het verpakkende bedrijfsleven (Verpact).

2.5 Programma Veluwe
We werken in Programma Veluwe aan grote opgaven en vaak langdurige processen (zoals bijvoorbeeld bij natuurherstel en landbouwtransitie) waarbij onze rol soms bescheiden is en we in (grote) mate afhankelijk zijn van provinciale en landelijke wet- en regelgeving en inspanningen van andere partners. Desondanks blijkt het toch mogelijk om concrete stappen in de uitvoering te zetten. Belangrijk is daarbij flexibel en wendbaar te blijven (ook in financiële zin), zodat aansluiting bij de grote ontwikkelingen geborgd blijft. Daarnaast is het bij de realisatie van opgaven ook een kwestie van de lange adem, wetende dat de processen en gekozen aanpak tijd vragen.

De programmatische aanpak waarin we in het Programma Veluwe hebben gekozen werpt haar vruchten af. Er wordt meer samengewerkt tussen betrokken afdelingen en portefeuillehouders. Dit zetten we de komende jaren verder door.

Deze pagina is gebouwd op 06/26/2025 15:20:54 met de export van 06/26/2025 15:01:07