Home

Jaarrekening

Hieronder ziet u de stand van de voorraden per 31 december 2023 en 31 december 2024.

bedragen x € 1.000,-

03 Voorraden

31-12-2024

31-12-2023

Mutatie

Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie)

-

Grondbedrijf projecten

89.875

86.248

3.627

-

Voorziening Grondbedrijf

-85.774

-85.117

-657

4.101

1.131

2.970

Voorraad gereed product en handelsgoederen

-

Voorraad inkoop/verkoop panden

258

258

258

258

Totaal

voorraden

4.360

1.389

2.970

Onderhanden werk (inclusief bouwgronden)
De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie (BIE) is in 2024 door kosten, opbrengsten en winstneming per saldo met € 3,6 miljoen gestegen naar € 89,9 miljoen. In de verantwoording van de programma’s 2 (taakveld 8.2) en 3 (taakveld 3.2) vindt u een toelichting op deze kosten en opbrengsten binnen het Grondbedrijf.
De mutatie van de BIE in 2024 wordt in de onderstaande tabel in totaal weergegeven.

bedragen x € 1.000,-

03 Voorraden

1-1-2024

Vermeerdering

Vermindering

31-12-2024

Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie)

-

Grondbedrijf projecten

86.248

3.627

89.875

-

Voorziening Grondbedrijf

-85.117

-23.651

22.995

-85.774

1.131

-20.024

22.995

4.101

Voorziening Grondbedrijf

De BIE verliesvoorzieningen betreffen het deel van de boekwaarde dat in de toekomst naar verwachting niet meer wordt terugverdiend. Daarnaast is er verplicht een voorziening aanwezig aan de passiefzijde van balans. Hierop wordt het restant gepresenteerd van de verliesvoorziening voor zover deze groter is dan de boekwaarde van de betreffende grondexploitatie.

De vermeerdering ad € 14,3 miljoen bestaat uit de volgende componenten.
Aan de voorzieningen wordt conform regelgeving een rente toegevoegd van 2%, in 2024 was dit € 1,9 miljoen. De vermeerdering wordt voor € 10,0 miljoen veroorzaakt door terugdraaien van de bovengenoemde voorziening aan de passiefzijde. Daarnaast is de verliesvoorziening voor Ecofactorij II verhoogd met € 2,0 miljoen. Tenslotte zijn er enkele kleinere vermeerderingen van de verliesvoorzieningen.

De vermindering ad € 13,6 miljoen bestaat uit de volgende componenten.
De vermindering wordt voor € 2,4 miljoen veroorzaakt door een verbetering van het verwachte resultaat op de grondexploitatie Zuidbroek. Dit door verlaging van de kosten bouw- en woonrijp maken en hogere grondopbrengsten van de grondexploitatie Zuidbroek.
De vermindering wordt voor € 8,9 miljoen veroorzaakt door de eerder genoemde presentatiewijze van de voorzieningen Grondbedrijf. Het deel van de voorziening dat hoger is dan de boekwaarde van een complex, in dit geval € 8,9 miljoen, wordt op de passiefzijde verantwoord.
Het afsluiten van een tweetal grondexploitaties leidt tot een vrijval van de verliesvoorzieningen met € 0,9 miljoen. De afboeking van de boekwaarde voor € 0,8 miljoen is verwerkt in de balanspost Onderhanden werk van de BIE.
Tenslotte zijn er enkele kleinere verminderingen van de verliesvoorzieningen.

Per saldo is de totale voorziening Grondbedrijf voor geraamde verliezen -  actief en passief samen -  in 2024 met € 0,4 miljoen afgenomen.

Conform artikel 52d van de BBV-voorschriften wordt hieronder in totaal het verwachte eindresultaat (op eindwaarde) van de complexen weergegeven.
Dat betekent een verwacht resultaat (eindwaarde) van € 99 miljoen nadeel aan het eind van de afzonderlijke grondexploitaties met dat prijspeil. In het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPG) 2025 worden de complexen nader besproken, alleen dan op contante waarde. De contante waarde van alle complexen per 1 januari 2024 bedraagt € 90 miljoen nadeel. Het verschil betreft de te hanteren discontovoet (“rekenrente”) van 2% .

Voor de verliesgevende grondexploitaties is het nadeel reeds afgedekt via de aanwezige (verlies)voorzieningen.

bedragen x € 1.000

Boekwaarde
begin 2024

Vermeer-deringen

Vermin-deringen

Boekwaarde
eind 2024

Geraamde kosten

Geraamde opbrengsten

Geraamd eindresultaat

€ 86.247

€ 14.689

€ 11.061

€ 89.875

€ 114.637

€ 105.742

€ 98.771

Risico’s
De huidige stikstofcrisis heeft nog steeds grote invloed op de woningbouwontwikkeling in Nederland en zorgt voor vertraging bij het tot uitvoer brengen van de woningopgave. Als er te veel stikstof in de bodem, lucht of het water terecht komt is dit schadelijk voor de natuur. Vooral ontwikkelingen rondom groene gebieden zullen moeten gaan inspelen op het veranderende beleid. Veelal gaat de ontwikkeling van woning- en niet-woningbouw namelijk gepaard met de productie van stikstof en andere schadelijke stoffen. Eind 2024 heeft de Raad van State een uitspraak over stikstof gedaan die mogelijk meer ontwikkelingen raakt dan eerder is verwacht. Dit moet nog nader worden onderzocht voordat de impact hiervan duidelijk wordt. Dit kan ook gevolgen hebben voor de waardering van de grondexploitaties.
Bij de waardering van de grondexploitaties is ook rekening gehouden met de eventuele gevolgen van netcongestie. Dit is gebeurd op basis van de huidige inzichten, maar kan ook toekomstige onzekerheden bevatten.

Deze pagina is gebouwd op 06/26/2025 15:20:54 met de export van 06/26/2025 15:01:07